h

Commissie bekritiseert provinciale geluid- en luchtberekeningen rondom de Ruit

21 februari 2014

Commissie bekritiseert provinciale geluid- en luchtberekeningen rondom de Ruit

Op 14 februari 2014 heeft de Commissie m.e.r. (dat is een gespecialiseerde onafhankelijke landelijke commissie die bij elk MilieuEffectRapportage een advies geeft) zijn eindadvies uitgebracht over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau van de Ruit om Eindhoven. De Commissie is zeer kritisch en zegt in feite dat de provincie zijn huiswerk van het begin af aan over moet doen, rekening houdend met gewijzigde inzichten en verkeersscenario's.

Het Platform Noord-Oost Corridor heeft op www.stuitderuit.nl een analyse geschreven van het rapport. Aan geïnteresseerden wordt dit ter lezing aanbevolen.

Bernard Gerard heeft binnen dit geheel een analyse geschreven over zijn specialismen luchtkwaliteit en geluid. Daarover kraakt het rapport van de Commissie m.e.r. in het voorbijgaan ook de nodige harde noten. De analyse van Bernard Gerard is hieronder te lezen.


De onafhankelijke Commissie m.e.r. is in zijn eindrapport over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau van de Ruit om Eindhoven van 13 februari uitermate kritisch. Eigenlijk zegt de Commissie, dat de provincie zijn huiswerk van het begin af aan over moet doen, rekening houdend met inmiddels gewijzigde inzichten en verkeersscenario’s.

En passant haalt de Commissie ook de lucht- en geluidberekeningen van de provincie onderuit. In andere bewoordingen geeft de Commissie m.e.r. een vergelijkbaar oordeel als ik dat gegeven heb in “Commentaar op het effectenrapport Grijs”, dat als bijlage 5 deel uitmaakte van de zienswijze van de Brabantse Milieu Federatie (BMF).

Luchtkwaliteit

In de NRD wordt de luchtkwaliteit op twee manieren beoordeeld.

Bij de ene manier wordt een drempel genoemd (NO2 38 en PM10 30 µgr/m3 ), die iets onder de wettelijke norm ligt voor beide stoffen (PM10 is fijn stof).

Geconstateerd wordt dat de concentraties met en zonder Ruit onder die grens liggen en dat er dus niets aan de hand is. Maar het probleem is dat met name de norm voor PM10 erg hoog ligt. Dat is geen toeval, want hij is juist zo hoog opdat hij niet gauw overschreden wordt.

De wet (in casu het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en de Wet Milieubeheer) eist slechts dat de concentraties onder de norm blijven, en dat doen ze bij de Ruit naar alle waarschijnlijkheid.

De situatie is daarmee allerminst gezond. De advieswaarde van de Wereld Gezondheids Organisatie WHO voor fijn stof is 20 µgr/m3 . Daar zit heel Zuidoost-Brabant boven. Wat dus interessant is niet zozeer of de PM10 onder de 30 zit, maar hoever hij boven de 20 zit. Als de Ruit in het zoekgebied de PM10 bijvoorbeeld van 23 op 24 brengt, heeft dat wel gezondheidsgevolgen maar geen juridische gevolgen.

Nu net deze stijging is op basis van de NRD niet te beoordelen. Die laat het bij korte praatjes per deelgebied, waarin met een verhaaltje beweerd wordt dat het ter plekke van bewoond gebied wel mee zal vallen. De stijging daar wordt slechts in algemene termen beschreven als “klein” of “vele malen lager dan direct langs de weg”.

De Commissie m.e.r. gaat nadrukkelijk op dit probleem in waar hij stelt dat het nodig is om de (binnen het zoekgebied overal toenemende) blootstellingen te berekenen en bijbehorende gezondheidseffecten, bij voorkeur in de professionele aanduiding DALY’s (losjes gedefinieerd als door ziekte verpeste of door de dood verloren levensjaren).

Bij de andere manier wordt de luchtkwaliteit ondergebracht in de Gezondheids Effect Screening (GES). De Commissie m.e.r. constateert (met mij) dat de indeling is klassen zo grofmazig is, dat (bijvoorbeeld) PM10 met en zonder Ruit in dezelfde GES-klasse 4 zit (20-30 µgr/m3 ), en dat je zo weinig aan die GES-systematiek hebt.

Geluid

Een vergelijkbaar verhaal.

De Commissie m.e.r. constateert dat de geluidbelasting in 6 van de 7 deelgebieden gelijk blijft of verslechtert. In mijn bijdrage aan de zienswijze van de BMF heb ik dezelfde bewering onderbouwd met tellingen. Over het hele project neemt in het zoekgebied het totale aantal woningen in de hogere geluidsklassen toe.

Ook de Commissie m.e.r. vindt dat de provincie ten onrechte de geluidbelastingstabellen aan de onderkant afkapt bij 48 dB Lden, de officiële voorkeurswaarde uit de Wet Geluidshinder, en aan de bovenkant bij 68 dB Lden .

Wetenschappelijk onderzoek (o.a. van de GGD en het RIVM) heeft uitgewezen dat al een eind onder de 48 dB Lden een deel van de mensen ernstige hinder heeft. De Commissie m.e.r. gaat zelfs nog verder dan ik deed, en vindt dat de percentages ernstige hinder vanaf 38 dB Lden in kaart moeten worden gebracht. De Commissie vecht daarmee impliciet de GES-systematiek aan, want die neemt aan dat er tussen 38 en 43 dB Lden geen ernstig gehinderden zijn.

Aan de bovenkant vindt de Comissie m.e.r. dat ook de woningvoorraad boven de 68 dB Lden benoemd moeten worden. Daarmee vecht de Commissie impliciet de Deus ex Machina – truc aan waarmee juist de meest geluidsbelaste woningen in de NRD weggetoverd worden. De NRD volgt de redenering dat boven de 68 dB Lden de woningen gesaneerd worden, waardoor ze “gereset” worden op 48. Gemakshalve worden die woningen in de GES-statistieken dan meteen maar ondergebracht in klasse 0 en 1, en worden de GES-klassen 7 en 8 (waarin meer geluid dan 68 dB Lden) leeg verklaard.

Het is echter helemaal niet automatisch waar dat na aanleg van de Ruit er geen woningen boven de 68 dB Lden kunnen zijn. Als de nieuwe weg niet gepresenteerd wordt als “nieuwe aanleg” maar als “reconstructie van een bestaande weg”, dan kan in bepaalde gevallen de geluidsbelasting zelfs nog stijgen van bijvoorbeeld 70,0 naar 71,9 dB Lden.

Bovendien eist de Wet Geluidshinder helemaal niet dat het buiten terugvalt tot 48 dB Lden, maar eist hij dat het binnen terugvalt tot 33 dB Lden. Dat is het alleen als je je raam dichthoudt.

De Commissie m.e.r. heeft t.a.v. geluid een vergelijkbare redenering als bij de luchtkwaliteit. De GES-klassen zijn ruim (5 dB breed). Een toename binnen een klasse (bijvoorbeeld van 54 naar 56 dB Lden) blijft in de GES-systematiek buiten beeld. De Commissie m.e.r. vindt dat ook veranderde blootstelling ten gevolge van dit soort kleine verschillen in kaart moet worden gebracht.

Bernard Gerard
bjmgerard@gmail.com

Reactie toevoegen

U bent hier